De Wilde Wingerd (Parthenocissus quinquefolia) is een klimplant die wel twintig meter lang kan worden en in staat is hele muren of schuttingen te bedekken. De plant groeit overal uitstekend en hecht zichzelf met een soort wortels/zuignapjes die zich vastzetten op een muur. In tegenstelling tot klimop is deze plant niet schadelijk voor je muur en voegen. Vóór het maken van de zuignapjes waarmee de Wingerd zich aan de muur hecht, produceert de plant zelfs kalk. Wilde Wingerd voegt dus toe, in plaats van weg te halen. Wel is het zo dat Wingerd zich ook hecht aan kozijnen en daarom in toom moet worden gehouden. De Wilde Wingerd groeit het liefst tegen koele muren op beschutte plaatsen, maar ook tuinhuisjes, pergola’s of een geluidswal is voor de Wilde Wingerd kinderspel. Zelfs als er niets is om tegenaan te klimmen zal de Parthenocissus net zo lang als bodembedekker over de grond kruipen totdat er iets gevonden is om tegenaan te klimmen.
De Parthenocissus quinquefolia is goed winterhard en is bladverliezend in de winter. Voordat dit echter zo ver is verkleuren de grote groene bladeren die in het voorjaar verschijnen, naar prachtig oranje/vuurrood/paars. Een feest om naar te kijken in het najaar. Een mooiere herfstkleur dan die van de Wilde Wingerd bestaat niet.
Deze plant bloeit aan het einde van het voorjaar, maar de groengele bloemen vallen nauwelijks op. De Wilde Wingerd is een makkelijke klimmer die weinig eisen stelt. Het mooist komt ze tot haar recht als er één enkel exemplaar tegen een muur wordt geplant. Binnen een paar jaar kan de Wingerd een hele muur als een waaier bedekken. De plant kan tegen alle muren geplant worden, behalve tegen een muur op het noorden. Hou er wel rekening mee dat hoe meer zon hoe roder en spectaculairder de herfsttinten. Elke goed doorlaatbare, voedselrijke tuingrond is geschikt, maar deze plant stelt over het algemeen weinig eisen aan de bodem.
Omdat de Wilde Wingerd vaak tegen de muur geplant wordt, is er vaak wel wat extra aandacht voor de bodem nodig. Door de bouw van het huis liggen er onder de grond vaak nog oud bouwpuin, betonbrokken of andere harde onderlagen; Voordat je de Wilde Wingerd gaat planten is het wel zaak om dit puin te verwijderen en een losse goed doorlatende tuingrond aan te brengen. Maak daarna een gat dat iets groter en dieper is dan de pot, strooi onderin wat aanplantaarde bij voor een betere en snellere aangroei. Dompel de Parthenocissus met pot en al even in een emmer water, zodat de wortels zich goed kunnen volzuigen. Daarna verwijder je de pot, en zet de plant in het gat. Meng de uitgeschepte aarde uit het plantgat met nieuwe verse tuinaarde of turf en schep het gat dicht. Druk het geheel stevig aan. Je zult zien dat de aarde dan nog wat inzakt en er weer een kuiltje ontstaat. Vul dit op met verse tuinaarde of turf. Geef dan nog een keer water zodat de wortels zich goed kunnen ontwikkelen en de plant goed kan vastgroeien. Bij hete, droge weersomstandigheden blijven sproeien tot de plant is aangegroeid.
Een andere naam voor winterstek is houtstek. Deze naam is ontstaan aangezien er gestekt wordt van de houtige delen van de plant. De toppen en uiteinden van de takken zijn namelijk te zacht om een goede winterstek van te maken. Een winterstek dient goed uitgerijpt te zijn. Dit kun je herkennen aan de bruine kleur van de bast.
De Parthenocissus quinquefolia is goed winterhard en is bladverliezend in de winter. Voordat dit echter zo ver is verkleuren de grote groene bladeren die in het voorjaar verschijnen, naar prachtig oranje/vuurrood/paars. Een feest om naar te kijken in het najaar. Een mooiere herfstkleur dan die van de Wilde Wingerd bestaat niet.
Deze plant bloeit aan het einde van het voorjaar, maar de groengele bloemen vallen nauwelijks op. De Wilde Wingerd is een makkelijke klimmer die weinig eisen stelt. Het mooist komt ze tot haar recht als er één enkel exemplaar tegen een muur wordt geplant. Binnen een paar jaar kan de Wingerd een hele muur als een waaier bedekken. De plant kan tegen alle muren geplant worden, behalve tegen een muur op het noorden. Hou er wel rekening mee dat hoe meer zon hoe roder en spectaculairder de herfsttinten. Elke goed doorlaatbare, voedselrijke tuingrond is geschikt, maar deze plant stelt over het algemeen weinig eisen aan de bodem.
Familienaam | Parthenocissus quinquefolia |
Nederlandse naam | Wilde Wingerd |
Soort plant | Vaste plant |
Grondsoort | Goed doorlaatbare grond |
Planten per m² | 1 |
Standplaats | Zon / halfschaduw |
Winterhard | Ja tot -34 |
Wintergroen | Nee |
Bemesting | Floramix Tuinmest |
Wilde Wingerd planten
Voordat je je huis gaat “behangen” met Wilde Wingerd moet eerst de muur gecontroleerd worden op scheuren. Scheuten met zuignapjes kunnen tussen de scheuren groeien en daardoor schade veroorzaken. Nadat je de muur gecontroleerd hebt en eventuele oneffenheden verholpen hebt, bent je klaar voor het planten. Een geschikte periode hiervoor is tussen oktober en maart. Het beste is om met één plant te beginnen omdat deze met nieuwe scheuten snel in de breedte groeit. De snel groeiende Wilde Wingerd kan tot wel 15 meter hoog groeien. Als je echter toch meerdere Wilde Wingerds in één keer wilt planten, is het verstandig minimaal 2 meter afstand tussen de planten te houden. Een punt van aandacht is dat deze plant niet tegen een muur op het noorden wil staan.Omdat de Wilde Wingerd vaak tegen de muur geplant wordt, is er vaak wel wat extra aandacht voor de bodem nodig. Door de bouw van het huis liggen er onder de grond vaak nog oud bouwpuin, betonbrokken of andere harde onderlagen; Voordat je de Wilde Wingerd gaat planten is het wel zaak om dit puin te verwijderen en een losse goed doorlatende tuingrond aan te brengen. Maak daarna een gat dat iets groter en dieper is dan de pot, strooi onderin wat aanplantaarde bij voor een betere en snellere aangroei. Dompel de Parthenocissus met pot en al even in een emmer water, zodat de wortels zich goed kunnen volzuigen. Daarna verwijder je de pot, en zet de plant in het gat. Meng de uitgeschepte aarde uit het plantgat met nieuwe verse tuinaarde of turf en schep het gat dicht. Druk het geheel stevig aan. Je zult zien dat de aarde dan nog wat inzakt en er weer een kuiltje ontstaat. Vul dit op met verse tuinaarde of turf. Geef dan nog een keer water zodat de wortels zich goed kunnen ontwikkelen en de plant goed kan vastgroeien. Bij hete, droge weersomstandigheden blijven sproeien tot de plant is aangegroeid.
Parthenocissus snoeien en onderhouden
De Parthenocissus is een gemakkelijke plant en niet erg veeleisend. Daardoor heeft de plant ook niet veel onderhoud nodig. Door de zuignapjes hecht de Parthenocissus zichzelf. Let er wel op dat de ranken zich niet gaan hechten op kozijnen en ramen; dit is moeilijk te verwijderen en er blijven bijna zekere lelijke plekken zichtbaar. Aarzel dan ook niet wanneer een zijtak van de Parthenocissus opeens voor je raam verschijnt of richting een andere plek kruipt waar je deze eigenlijk niet wilt hebben. Laat de plant naar de gewenste hoogte klimmen en snoei als de ranken te wild worden. Snoeien kan eigenlijk het jaar rond. Zelfs een flinke snoeibeurt zal de plant niet deren. In een kleineren tuin zorgen de snelgroeiende eigenschappen ervoor dat je de Wilde Wingerd zelfs regelmatig dient bij te snoeien. Wees niet bang om teveel te snoeien. De Wilde Wingerd kan dit goed hebben en groeit snel weer terug.Wilde Wingerd vermeerderen
Mocht je besluiten dat je dat je deze prachtige plant niet op één plaats tegen het huis wilt laten groeien maar ook op andere plekken (of misschien wel als overkapping over de pergola) dan kun je de plant zelf vermeerderen. Dit kun je doen door afleggen of een winterstek te nemen. We vertellen je hieronder hoe je dat moet doen:Stappenplan om de Wilde Wingerd af te leggen
Afleggen is één van de makkelijkste methoden om een plant te vermeerderen. Ook de slagingskans van afleggen is zeer groot en er is behalve een schop en een snoeischaar of mes geen specialistisch gereedschap voor nodig. Een goede tijd om af te leggen zijn maart/april of augustus/september. Over het algemeen hebben klimplanten zeer lange takken die je op meerdere punten tegelijk kan afleggen.- Ga aan de onderkant van de plant op zoek naar een jonge krachtige en flexibele scheut
- De jonge krachtige scheut dient ten minste drie bladeren en/of ogen te bezitten.
- Buig deze voorzichtig naar beneden tot deze de grond raakt.
- Op de plaats waar de scheut de grond raakt beschadig je de bast voorzichtig met een scherp mes.
- Maak een kleine inkeping in de tak. Indien de inkeping niet vanzelf open blijft staan kan je een stukje van een luciferhoutje in de inkeping drukken.
- Buig nu de tak weer naar beneden en bedek de tak met een goede potgrond. Zorg ervoor dat de drie bladeren en/of knopen niet ingegraven zijn.
- Veert de tak automatisch weer terug naar de oude positie, leg dan een baksteen voorzichtig op de potgrond.
- Hou de komende periode de potgrond goed vochtig zodat de tak makkelijk wortel kan schieten.
- Na een maand of zes heeft de plant voldoende wortels aangemaakt om te kunnen overleven. gemaakt.
- Knip de tak los van de moederplant en plant deze op de nieuwe standplaats.
Stappenplan om een Wilde Wingerd te vermeerderen door middel van een winterstek
Een andere makkelijke manier om klimplanten te vermeerderen is door middel van een winterstek. De naam Winterstek is goed te verklaren. Deze is ontstaan door het feit dat je stekt in de winterperiode. Hou er echter goed rekening mee dat het niet verstandig is om te gaan stekken als het vriest of als de takken nog bevroren zijn van een eerdere vorstperiode. Eigenlijk stek je op het moment dat de plant in rust is. Dit is de periode van oktober tot februari maar de beste maanden zijn november en december, als de plant de bladeren heeft laten vallen.Een andere naam voor winterstek is houtstek. Deze naam is ontstaan aangezien er gestekt wordt van de houtige delen van de plant. De toppen en uiteinden van de takken zijn namelijk te zacht om een goede winterstek van te maken. Een winterstek dient goed uitgerijpt te zijn. Dit kun je herkennen aan de bruine kleur van de bast.
- Knip met een vlijmscherpe snoeischaar een eenjarige tak af.
- Knip daarna zowel de top als de basis van de tak af. Deze tukken zijn ongeschikt voor het maken van een winterstek. Je gebruikt voor een winterstek dus alleen het middelste deel van de tak.
- Let op! Het afknippen van deze stukken gebeurd op verschillende manieren: de bovenkant knip je recht af. Ongeveer een halve centimeter boven een oog. Hierdoor zorg je voor het kleinst mogelijke wondoppervlak waardoor dit sneller dicht kan groeien. De onderkant daarentegen snij je een halve centimeter onder een oog schuin af. Hierdoor is het wondoppervlakte groter wat resulteert in een beter wortelontwikkeling.
- De beste lengte van de Winterstek is afhankelijk van de grondsoort waarin de stekken komen te staan. Voor natte grondsoorten maak je stekken van ongeveer 15 tot 20 cm lengte en voor drogere grondsoorten neem je stekken met een lengte van 20 tot 25 cm.
- Bind de stekken met touw of een elastiekje stevig bij elkaar. Het beste is om bundels van ongeveer 25 stekken bij elkaar te binden. Zorg ervoor dat alle schuin afgesneden stukken bij elkaar zitten.
- Zoek een beschutte plaats in de tuin. Een plaats met weinig wind en niet te felle zon.
- Maak de aarde goed los en meng een beetje scherp zand of metselzand door de aarde voor een goede drainage.
- Zet de stekken in de grond.
- Druk de grond om de stekken heen stevig aan.
- Is er een vorstperiode op komst dan dek je de stekken af met een mulch of bladerdek. Een deken kan ook. Na de vorstperiode kun je deze bescherming weer verwijderen.
- Eind februari tot half april is het tijd om de grond waar de stekken straks uitgeplant gaan worden voor te bereiden.
- Spit de grond goed om en meng er een goede humusrijke grond doorheen.
- Voor het beste resultaat kan je over de aarde een stuk antiworteldoek leggen. Hierdoor heb je straks geen last van onkruid, blijft de aarde makkelijker vochtig, zal de aarde sneller opwarmen en minder snel afkoelen, wat de wortelgroei van de stekken ten goede zal komen.
- Je kunt alvast kleine gaatjes knippen of snijden in het antiworteldoek op de plaatsen waar straks de stekken uitgeplant worden.
- De makkelijkste manier is om een + teken in het doek te snijden of te knippen. Doe dit ongeveer om de 15 cm.
- Graaf hierna de stekken voorzichtig uit en verwijder voorzichtig het touw of elastiekje.
- Het is normaal dat er nu nog geen worteltjes aan de plant zitten.
- Plant de stekken in het al voorbereide stuk grond in de al opengeknipte gaatjes in het doek.
- Plant de stekken op dezelfde diepte als ze de gehele winter hebben gestaan.
- Druk de aarde nu weer stevig aan en geef wat water.
Hulp nodig bij het klimmen
De Parthenocissus behoort tot de groep van zelf hechtende klimplanten. Dit houdt in dat deze planten langs een muur of schutting klimmen met de zuignapjes en hechtworteltjes die ze zelf vormen. Het is daarom belangrijk dat je de Wilde Wingerd aan het begin even op weg helpt. Wanneer de plant de weg omhoog heeft gevonden zal deze de rest zelf doen. Wees trouwens niet bang dat deze zuignapjes te diep je muur in kruipen, dit is een fabeltje. Deze klimplanten zullen je huis eerder helpen isoleren dan dat ze schade toebrengen. Zorg er zeker aan het begin voor dat je de plant goed omhoog leidt. Als je dit niet doet dan zal de Parthenocissus door je tuin gaan kruipen in plaats van omhoog te klimmen.Wilde Wingerd bemesten
Om ervoor te zorgen dat de Wilde Wingerd goed blijft groeien, is het raadzaam om de plant te bemesten. Je kunt dit het beste in het voorjaar doen. Het beste gebruik je hiervoor Floramix tuinmest. Niet alleen zorgt deze bemesting voor een betere groei en bloei, het verhoogt ook de weerstand van de plant waardoor deze minder vatbaar is voor ziekte en plagen. Bemest bij voorkeur op een tijdstip wanneer er regen wordt voorspeld. Zodra de meststof in contact komt met vocht worden de voedingsstoffen vrijgegeven. De plant kan dan direct de voedingsstoffen opnemen.Wilde Wingerd soorten
Er zijn bestaan zo’n 12 soorten Wilde Wingerd waarbij er eigenlijk maar 3 soorten in ons land worden toegepast. We hebben daarnaast ook de meest gangbare variëteiten van deze plant voor je op een rijtje gezet en hieronder de verschillende kenmerken van de soorten voor je in kaart gebracht.Parthenocissus tricuspidata
De Wilde Wingerd, Parthenocissus tricuspidata, ook wel Oosterse Wingerd genaamd is een zelf hechtende, bladverliezende klimplant die zeer krachtig groeit. De plant kom toorspronkelijk uit Japan, Korea en China. De plant heeft drielobbige, kegelvormige bladeren, met een zeer lichtgroene tot zacht bronskleurige tint in de lente, een glanzende middengroene kleur in de zomer en felrode herfstkleuren. Deze Wilde Wingerd bloeit van juni tot juli, met onopvallende, vaak onder de bladeren verscholen, groengele bloempjes. In de herfst gevolgd door kleine, blauwzwarte besjes. Parhenocissus tricuspidata houdt van een standplaats in volle zon, maar doet het eveneens goed in de halfschaduw. De plant houdt van een goed doorlaatbare, humusrijke grond, is winterhard en ook goed droogtetolerant. Hij verdraagt goed zeewind en luchtvervuiling, lokt tal van bijen en insecten en heeft meestal weinig last van ziektes of ongedierte. Er zijn verschillende cultivars van deze Wilde Wingers soort, namelijk 'Lowi' en 'Veitchii' met vrij kleine bladeren, 'Green Showers' en 'Green Spring' met vrij grote bladeren en 'Purpurea' met bladeren die ook in de zomer rood zijn.Familienaam | Parthenocissus tricuspidata |
Nederlandse naam | Oosterse Wingerd |
Bloemkleur | Groengeel |
Bladkleur | Lichtgroen tot zachtbrons in de lente Middengroen in de zomer Felrood in de herfst |
Hoogte | 15 M |
Hoogte bloem | 15 M |
Parthenocissus quinquefolia
Parthenocissus quinquefolia ook wel Wilde Wingerd genoemd, is een zelf hechtende, bladverliezende klimplant. Quinquefolia betekent vijfbladig en daarmee onderscheidt dit type zich van de Partenocissus tricuspidata. De bladeren staan namelijk in vijftallen aan korte steeltjes. De bladeren hebben een purperen tint in de lente, mat groene kleur in de zomer en prachtig rode tot paarse herfstkleuren. Deze Wilde Wingerd bloeit van mei tot juli, met onopvallende, vaak onder de bladeren verscholen, groenwitte bloemen. In de herfst gevolgd door kleine, zwarte besjes. Parhenocissus quinquefolia houdt van een standplaats in de volle zon, maar doet het eveneens goed in de halfschaduw of zelfs volledige schaduw. Hou er wel rekening mee dat hoe minder zon de plant krijgt hoe minder spectaculair de verkleuringen in de herfst zullen zijn. De plant houdt van een goed doorlaatbare, humusrijke grond, is zeer winterhard en zodra de plant goed geworteld is, ook goed droogtetolerant. Parthenocissus quinquefolia verdraagt zeewind en luchtvervuiling. Het is een insecten lokker zoals bijen en hommels en heeft meestal weinig last van ziektes of ongedierte.Familienaam | Parthenocissus quinquefolia |
Nederlandse naam | Wilde Wingerd |
Bloemkleur | Groenwit |
Bladkleur | Purper verkleurend naar groen, verkleurend naar rood / paars |
Hoogte | 15 M |
Hoogte bloem | 15 M |
Parthenocissus Henryana
Parthenocissus Henryana is een Chinese Wilde Wingerd. De plant is verwant aan de druif en de henryana is de kleurigste van de verschillende Wilde Wingerd-soorten. De soort is vernoemd naar de Ierse botanicus en plantenverzamelaar Augustine Henry (1857-1930) die de soort ontdekte op zijn tocht door Centraal-China in de jaren 1885-1889. De plant werd geïntroduceerd in Groot-Brittannië door Ernest Henry Wilson in 1903. Parthenocissus Henryana groeit niet zo uitbundig als de andere Wilde Wingerd-soorten. In China groeit de plant op vochtige rotsbodem op hoogtes van 100 tot 1500 meter. In Nederland staat de plant graag in gedeeltelijke schaduw en in een vochtige omgeving. De bloeiperiode is van juni tot augustus en de plant is bladverliezend. De Chinese Wilde Wingerd heeft een handvormig, vijflobbig blad met een zilverkleurige nerf-tekening en worden prachtig rood in de herfst. De bessen zijn zeer mooi donkerblauw. De plant kan tot 9 meter hoog en 3 meter breed worden. De plant is goed winterhard.Familienaam | Parthenocissus Henryana |
Nederlandse naam | Wilde Wingerd |
Bloemkleur | wit |
Bladkleur | Groen verkleurend naar prachtig rood |
Hoogte | 9 M |
Hoogte bloem | 9 M |
Overige soorten
- Parthenocissus chinensis : Komt voor in China
- Parthenocissus dalzielii Gagnepain: Deze soort groeit in China tot zelfs op 3800 meter.
- Parthenocissus vitacea, valse Wingerd komt voor in Noord-Amerika
- Parthenocissus heterophylla komt voor in China en Taiwan.
- Parthenocissus heptaphylla in Texas en Mexico.
- Parthenocissus feddei : Komt voor in de Chinese Provincies: Guangdong, Guizhou, Hubei en Hunan
- Parthenocissus semicordata komt voor in de Himalaya.
- Parthenocissus suberosa : Komt voor in China
- Parthenocissus laetevirens Rehder: Komt voor in China