De Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Wgb)
De basis van de wetgeving omtrent onkruidbestrijding is de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Doel van de wet is dat iedereen zorgvuldig moet omgaan met gewasbeschermingsmiddelen, biociden en de daarbij behorende stoffen. Je moet weten wat je handelen voor invloed heeft op de omgeving, op mens, dier en planten. Zodat je gevaar kunt voorkomen en de gevolgen van het handelen kunt beperken. In de Wgb staat beschreven dat zonder een bewijs van vakbekwaamheid men geen gewasbeschermingsmiddelen of biociden mag gebruiken.
Het Besluit Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Bgb)
De eerste afgeleide van de Wgb is het besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het besluit geeft meer details van de wet. In het Bgb staat beschreven dat je voor bepaalde handelingen als gebruiker een bewijs van vakbekwaamheid nodig hebt. De wijziging van de wet, is doorgevoerd in het besluit dat gewijzigd is in artikel 27 op 9 maart 2016. Hierin staat dat het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden op verhard oppervlak voor de professionele gebruiker buiten de tuin- en landbouwsector niet toegestaan is.
Wanneer er echter omstandigheden zijn die eisen dat de verharding onkruidvrij is mag er wel met gewasbeschermingsmiddelen en biociden gewerkt worden. Ook staat er dat met preventieve maatregelen en niet-chemische onkruidbestrijdingstechnieken het onkruid kan bestreden worden tot op het gewenste niveau. Met preventieve maatregelen wordt hier het ontwerp van de buitenruimte bedoeld. De niet-chemische onkruidbestrijdingstechnieken zijn thermische en mechanische technieken.
In november 2017 wordt het Bgb nogmaals gewijzigd en is de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en biociden op onverharde oppervlakten ook niet meer toegestaan.
De Regeling Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Rgb)
De tweede en meest concrete afgeleide van de Wgb is de regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
In de Rgb staat verder beschreven wat de uitgezonderde handelingen zijn waarin wel bestreden mag worden.
Situaties waarin wel bestreden mag worden:
- Locaties waar open vuur en draaiende motoren niet zijn toegestaan
- Start-, landings- en taxibanen van vliegvelden
- Ballastbed bestaande uit steenslag van spoor-, metro-, en trambanen en de schouwpaden binnen de veiligheidszone van deze banen
- Locaties waar munitie of explosieven in de bodem kunnen zitten
- Het behandelen van stobben in, op of langs weg- en waterbouwkundige constructies als deze constructies in gevaar komen door het gebruik van een machine op of bij deze locaties
- Bestrijding van duizendknoop en ambrosia
- Sportvelden en het direct daaromheen gelegen gedeelte
- Recreatieterreinen die niet door de overheid worden beheerd, namelijk:
- bungalowterreinen,
- groepsaccommodaties
- campingterreinen
- jachthavens
Wanneer je in een situatie zoals bovenstaande verharding moet beheren, zal je een bewijs van vakbekwaamheid moeten hebben.
Wanneer je werkzaam bent in de groenbranche zijn er twee opties. Ofwel men gebruikt geen chemische middelen en beheert dan ook geen locaties die deze middelen vereisen of men beheert deze locaties wel en gebruikt chemische middelen en is dus een bewijs van vakbekwaamheid gewasbeschermingsmiddelen nodig. Wanneer je bestrijdt zonder chemische middelen is een bewijs van vakbekwaamheid niet nodig.
Samengevat staat in het besluit beschreven dat het verboden is chemische middelen toe te passen op verhardingen. Daarnaast wordt dit verbod uitgebreid in november 2017 met het verbod van chemische middelen op onverharde oppervlakten. In de regeling wordt vervolgens beschreven dat men, wanneer er bepaalde handelingen worden uitgevoerd, in het bezit moet zijn van een bewijs van vakbekwaamheid gewasbescherming. Wanneer deze handelingen niet worden toegepast in de bedrijfsvoering en er dus geen chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, is dit bewijs van vakbekwaamheid niet nodig. Het is afhankelijk van de grootte van het bedrijf en de aard van werkzaamheden welke type gewasbescherming, chemisch of niet chemisch, men toepast.